Iets te melden?

Onze Tippie

Column / D'end Samen

Onze Tippie

Lieve lezers en lezeressen,

Wij hebben thuis altijd een hond gehad. Soms waren dat rashonden ( zonder stamboom, dat was te duur) zoals een teckel of een pekinees. Maar meestal was het ras onbekend. Ze heette bij ons bijna allemaal Tippie.

Vroeger had je ook nog vaak loslopende honden. Straatjoekels. Die waren berucht in het dorp, althans de mannetjes. Als er een teef loops was, hadden zij dat eerder in de gaten dan het baasje. Ze stonden dan aan de deur te wachten tot ze konden scoren. Ze waren ook bereidt tot het graven van een tunnel om het vrouwtje te bereiken. Op zo’n tunnel zouden criminelen in de gevangenis in Vught trots zijn. Ja, creatief waren ze. Er waren hondjes die meer nakomelingen hadden dan de beste zaaddonor van Nederland. Ze hadden geen condoom. Ik bedoel natuurlijk die hondjes, niet de zaaddonor.

Een collega van mij had ook eens een puppy aangeschaft. Hij was te lui om het beestje uit te laten. Hij vertelde, vol trots, dat hij de puppy had geleerd om zijn behoefte op een oude krant te doen. Daar kreeg hij later spijt van, want als de krantenjongen de krant binnen gooide, poepte het hondje er meteen op.

Hondjes, je hebt ze in alle soorten en maten. Bijvoorbeeld het schoothondje. Dat is voor iedereen anders. Ik ken mensen die vinden een Yorkshiretje er al te groot voor. Anderen nemen een pitbull gerust op schoot. Over een Pitbull gesproken. Daar doe ik het al dun van in mijn broek als ik er aan denk. Hij is de schrik van elke postbode. Als hij aan huis komt en er loopt een Pitbull rond, dan is het snel een briefje in de bus gooien met de mededeling dat het pakketje bij een centraal punt kan worden afgehaald. Ligt zo’n beest in de hal, dan vindt het baasje de brief vaak terug alsof hij door de papierversnipperaar is geweest.

Hondjes worden op dit moment erg verwent. In de winter krijgen ze een jasje aan naar de laatste mode. Het eten wat ze krijgen is niet normaal. Daar loopt het water van uit je mond. Als je dat zelf op je bord zou krijgen, zou je dik tevreden zijn en zou je zeggen: “schat wat heb je toch lekker gekookt”.

Ze bezoeken ook vaak de dierenarts. Sommige hebben, om de kosten van de dierenarts te beperken, zelfs een verzekering afgesloten. Dat hadden de straatjoekels van vroeger niet nodig. Die waren zo sterk als een paard. Ze kenden ook het verkeer. Zelden werden ze doodgereden. Was dat wel het geval dan was de bestuurder van de auto meestal fout en had hij het hondje, dat van rechts kwam, geen voorrang gegeven.

Nu zijn de robothondjes in opkomst. Vooral bij defensie en de politie. Overal waar de politie niet naar toe durft te gaan, sturen ze de robothond op af. Die zitten vol censoren en zien heel wat meer dan de politieman. In Duitsland heet de robothond Wolfgang. In Frankrijk zal hij wel Pierre heten en in Italië Giovanni. Ik denk dat ik ook zo’n robothond ga aanschaffen. Ik zie alleen maar voordelen. Hij luistert goed, eet geen brokken, poept niet op de krant en gaat niet achter de vrouwtjes aan. Wat wil je nog meer.

Heel, veel groetjes, ook van onze Tippie,

Ben Lomans

Oh ja, voor ik het vergeet te zeggen, ik was het bijna vergeten omdat ik aan een Pitbull zat te denken,  kei bedankt weer voor het lezen van mijn stukske.

Meer nieuws

© 2025 D'End 24 - Alle rechten voorbehouden